Een alternatief voor de incompetente computer-Barbie (zie PolicyMic) |
Merel Theisen studeert Computer Science op University College London. Hoe is zij daar terecht gekomen, en hoe ziet zij haar vakgebied?
Toen ik naar de
middelbare school ging, was ik ervan overtuigd dat ik Cultuur &
Maatschappij met Latijn zou gaan doen. Waarom ik dat dacht, weet ik eigenlijk
niet precies. Ik heb van huis uit nooit een voorkeur voor alpha of bèta
meegekregen, maar op de een of andere manier had ik het idee dat wiskunde,
natuurkunde, en scheikunde ontzettend moeilijk waren en dat ik daar vast niet
goed in was. Misschien kwam het door hoe chaotisch het schoolbord er in
wiskunde lessen in tv series uitzag. Of misschien kwam het wel doordat ik op
die leeftijd veel meer interesse had voor Barbie-poppen en de “Hoe overleef
ik..” boeken dan school en me dus nooit verdiept had in wat bèta vakken nou
eigenlijk echt inhielden. Echter, ik kwam er al snel achter dat het reuze
meeviel met hoe moeilijk bèta vakken waren en toen ik mijn profiel moest kiezen,
werd het Natuur & Techniek.
Aan het eind van de zesde
klas, was het tijd om een studie te gaan kiezen. Ik wist zeker dat ik iets met bèta wilde doen, dus op de open dag van de UvA ging ik onder andere kijken bij
informatica. Op zich sprak het programma me wel aan, maar bij de stand stond een
jongen uit te leggen hoe hij al vanaf zijn tiende bezig was met programmeren en
hoe hij nu in zijn eerste jaar een robot had gemaakt, wat mij nogal afschrok.
Uiteindelijk besloot ik
Liberal Arts & Sciences te gaan studeren aan het Amsterdam University College
waar ik in mijn tweede semester mijn eerste programmeer vak deed. Ik zal mijn
eerste college nooit vergeten. Ik kwam binnen en een van de jongens in de klas
vroeg aan mij “Wat doe jij hier?! Je bent een meisje en nog blond ook.” Tja,
dat was niet erg motiverend. Toen ik het vak koos, was ik er zelf nog niet van
overtuigd dat ik het leuk zo vinden en al helemaal niet dat ik er goed in zou
zijn, maar na die opmerking had ik helemaal het gevoel dat ik mezelf moest
bewijzen. Niet alleen aan mezelf, maar aan de hele wereld.
Ik was er zelf al snel
achter dat ik programmeren ontzettend leuk vind. Zodra je een programmeer taal
kent, kan je bijna alles maken wat je wilt. Programmeren is veel creatiever dan
ik eerst dacht. Zodra je een idee hebt, wat kan variëren van een wiskunde
probleem oplossen tot een kledingkast sorteerder, kan je het omzetten in code
en er een echte app van maken.
Mijn medestudenten hadden
gelukkig ook al snel door dat ik ondanks mijn blonde haar en het feit dat ik
een vrouw ben, net als zij best wel informatica vakken kon nemen. Maar toen ik
op uitwisseling ging, gebeurde weer precies het zelfde. Nu zat ik in colleges
met 75 studenten waarvan maar 15 vrouwelijke studentes. Iedere keer dat ik de
college zaal binnen kwam voelde ik me net als Reese Whiterspoon in Legally
Blonde (maar dan met een knalroze laptop hoes in plaats van een mantelpak),
completely out of place. Niemand praatte tegen me, en niemand zat in de buurt
van me. Ik werd behandeld alsof ik een besmettelijke ziekte had.
Toen uiteindelijk na een
maand een van de jongens tegen me begon te praten, was hij verbaasd hoe
makkelijk dat ging en gaf toe dat hij en zijn vrienden in het Computer Science departement het wel eens over me hadden maar dat ze niet zo goed durfden met mij
te praten. Gewoon omdat ze niet gewend waren om met meiden om te gaan. Het was
dus allemaal niet uit kwade bedoeling, maar toch had ik het gevoel dat ik er
niet thuis hoorde.
Toch heb ik doorgezet en
doe ik nu een master in Computer Science op University College London waar ik
me helemaal op mijn plek voel. Bijna 30% van de studenten zijn vrouw en de
mannelijke studenten staan niet met hun mond vol tanden zodra je tegen ze
begint te praten. Ik weet niet of het specifiek in Londen is, maar ik heb wel
het idee dat het beeld wat mensen hebben bij een Computer Scientist aan het
veranderen is. Ik heb de laatste tijd alleen maar positieve opmerkingen
gekregen als ik mensen vertelde dat ik Computer Science studeer en ook ontmoet
ik steeds vaker vrouwen die dezelfde interesses hebben als ik. Bovendien worden
er steeds meer groepen opgericht speciaal voor vrouwen die willen (leren)
programmeren. Ik denk, en hoop ook vooral, dat het over een paar jaar makkelijker
en normaler is voor vrouwen om de Computer Science in te gaan.