donderdag 30 januari 2014

Homoseksualiteit: de nieuwe koude oorlog?

Wanneer beginnen de Winterspelen ook alweer? The Atlantic zei het al: de Olympische Winterspelen zijn de Olympische Homospelen geworden (voor de liefhebber: de Spelen vinden plaats van 7 februari tot en met 23 februari). De afgelopen tijd was Rusland meer in het nieuws vanwege de schending van LGBT-rechten dan door de Spelen zelf. Het land heeft onlangs een ‘anti-homo propaganda wet’ aangenomen, wat “de propaganda van niet-traditionele seksuele relaties” in de buurt van kinderen verbiedt. Hierdoor kunnen niet alleen LGBT-actiegroepen moeilijker bijeenkomen, maar ook homo’s, lesbo’s en bi’s worden zo gestigmatiseerd vanwege hun geaardheid. Daarnaast kunnen buitenlandse homoseksuele koppels geen Russische kinderen meer adopteren en heeft de burgemeester van Sotsji onlangs gezegd dat er "geen homo’s" in de Olympische stad wonen. Westerse politiek en media spreken er schande van. 

Kortom, als er één vakantieland niet in trek is dit jaar, dan is het Rusland wel. Oh wacht: Corendon-topman Atilay Uslu heeft aangekondigd dat homoseksuelen via zijn reisorganisatie voor de helft van de prijs naar Rusland kunnen. Een bizar beeld: honderden oranje-ingepakte homo’s, lesbo’s, bi’s en transmensen juichen massief Sven Kramer op de 1500 meter toe. Terwijl hij onder het Wilhelmus zijn gouden medaille in ontvangst neemt, zoent iedereen in het LGBT-vak met elkaar uit blijdschap, en uit protest.

Dit lijkt een empowered beeld, in de trant van: ‘We zullen ze wel even laten zien hoe het hoort!’ Deze trots op de homorechten in ons ‘vaderland’ neigt naar een vorm van homonationalisme, waarbij het hebben van LGBTQ-rechten wordt geassocieerd met superioriteit van eigen land. De Russische aanval op de rechten van homo’s wordt neergezet als een bewijs dat het land en haar maatschappij onontwikkeld en barbaars is. Ons land, daarentegen, is wel zo geciviliseerd is dat homo’s en hetero’s naast elkaar kunnen leven zonder geweld en discriminatie. Zelfs landen zoals de Verenigde Staten en Frankrijk, waar homorechten nog steeds zwaar omstreden zijn, sturen kleinere of juist protestdelegaties om zich af te zetten tegen het barbaarse Rusland – een nieuwe koude oorlog?

Deze superieur-inferieur relatie die wordt gecreëerd op deze manier zou niet alleen een diplomatieke aanpak tegen de Russische anti-homo wet kunnen compliceren (voor zover Rutte dat niet al heeft verhinderd met zijn neoliberale agenda), maar kan ons doen vergeten dat het in Nederland voor homo’s ook niet altijd koek en ei is. Zo gaf in 2012 
het COC aan dat, hoewel er een lichte daling had plaatsgevonden in de melding van homodiscriminatie, deze meldingen slechts ‘het topje van de ijsberg’ zijn. Ook de onveiligheidsgevoelens en het geweld tegen homo’s in Nederland is toegenomen, volgens het CBS. Misschien zou Nederland hand in eigen boezem moeten steken.

Het één sluit het andere niet uit. Natuurlijk is internationale druk een nuttig wapen tegen het schenden van mensenrechten, maar tegelijkertijd moet het Westerse superioriteitsgevoel tegenover de voormalige Sovjet-Unie de relaties tussen de landen niet nog meer/verder laten verergeren – dat maakt een dialoog onmogelijk. Bovendien moet homohaat in eigen land niet worden overzien; Nederland kan niet alleen met het vingertje naar andere landen wijzen op basis van historische ‘tolerantie’ voor homoseksuelen. Door middel van versterking van anti-discriminatiemaatregelingen zou Nederland het goede voorbeeld kunnen geven, zowel internationaal als wel in Rutte’s zo geliefde participatiemaatschappij. Of zou Rutte bang zijn voor meer migranten uit het Oostblok?

Geen opmerkingen :

Een reactie posten