dinsdag 12 januari 2016

Most Likely To Succeed

Klas van halverwege de 19e eeuw

Wat is nu eigenlijk een schoolsysteem dat past bij deze tijd? Waar komt ons huidige educatiesysteem vandaan? Waarom gaat er een bel tussen elk uur dat scholieren les hebben? Waarom moeten we informatie uit ons hoofd leren? Wat is het nut van filosofie, natuurkunde, wiskunde in je latere baan? Welke kennis is nu echt nuttig? Hebben we liever alfa of beta studenten? Zijn dit eigenlijk wel de goede vragen?


Het onderwijs kampt niet met makkelijke vraagstukken. De vraagstukken die leerlingen tegenkomen na en tijdens school zijn net zo min makkelijk, maar het in uit je hoofd leren van kennis helpt daar wel bij. De documentaire Most Likely to Succeed over het onderwijssysteem in de V.S. legt uit hoe veel van de aspecten van onderwijs die wij nu normaal vinden, zoals het gaan van een bel, het uit het hoofd leren van kennis, het vakkenpakket, het zitten in rijtjes voor een leraar die voordraagt nog stamt uit de industriële revolutie. In die tijd werd het onderwijs gestandaardiseerd om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden voor hun latere baan in een fabriek.

Klas van nu
Maar waarom leert de leerling eigenlijk nu nog alles uit haar hoofd? De problemen die leerlingen gaan tegenkomen in hun toekomstige loopbaan gaan niet per se meer om het ophoesten van erin gestampte kennis: daar hebben we tegenwoordig zoekmachines en vele boeken voor. Informatie is vrij en op veel plekken te vinden. In plaats van het ophoesten van bepaalde kennis, worden er bepaalde vaardigheden verwacht. Bedrijven als Google nemen bijvoorbeeld steeds meer geesteswetenschappers aan, naast de vele programmeurs, omdat zij op een andere manier naar de wereld kijken en daarmee tot nieuwe ideeën kunnen komen, waar mensen uit de computer science misschien niet 1, 2, 3 bij stil zouden staan. Maar zou het niet perfect zijn als de programmeur ook de kennis had van de geesteswetenschapper, of de geesteswetenschapper ook kon programmeren? Dus waar leiden we scholieren tegenwoordig tot op met gestandaardiseerde eindexamens en tentamens en gescheiden profielen? Tot een gespecialiseerde kennisfabriek? Is dat eigenlijk nog wel de beste voorbereiding op een maatschappij waar juist een combinatie van kennis van verschillende disciplines en de vaardigheden om deze met elkaar te combineren vaker tot de oplossing van een probleem zal leiden, dan slechts vanuit één perspectief een veelzijdig probleem te benaderen?

Neem bijvoorbeeld klimaatverandering. In eerste instantie zou je misschien zeggen dat we daar vooral de klimaatwetenschappers voor nodig hebben die het probleem in kaart kunnen brengen. Echter weten we na de klimaattop in Parijs dat daar wel meer bij komt kijken: het sociaaleconomisch aspect van de arme landen die leiden onder de uitstoot van rijke landen, het politieke spel dat daarbij komt kijken en dan zijn er nog een ruime hoeveelheid bedrijven bij betrokken. Grote problemen vragen voor meer dan enkel gespecialiseerde kennis.

Wat dan de vraag wordt, is of we scholieren nog wel specialistisch en gericht op het opslaan van kennis moeten opleiden of dat we beter op een onderwijssysteem kunnen gaan richten dat is ontworpen om scholieren op te leiden tot complexe probleem oplossers die bruggen weten te slaan tussen de verschillende disciplines en de vaardigheden hebben om hierover te discussiëren, die problemen kunnen visualiseren, kunnen samenwerken en hun ideeën kunnen verwoorden.

Uit onverwachte hoek las ik nog een ander argument dat tegen het idee in gaat dat we überhaupt leerlingen moeten opleiden voor de huidige arbeidsmarkt. In Vuilnismannen verdienen meer dan Bankiers van Rutger Bregman en Jesse Frederik (een aanrader voor iedereen!) is het stuk  over educatie maar kort, maar daarom zeker niet minder krachtig. Ze draaien de vraag om, niet: "Hoe leiden we scholieren het beste op voor de arbeidsmarkt?", maar "Welke kennis en vaardigheden willen we dat onze kinderen hebben in 2030?". Als we die vraag implementeren in het onderwijs worden scholieren niet langer opgeleid om de huidige situatie te onderhouden zoals die is, maar om juist kritisch naar de maatschappij te kijken.

De documentaire Most Likely to Succeed biedt een alternatief voor het Amerikaanse onderwijssysteem dat  lijkt te zijn toegespitst op het onderwijzen van vele vaardigheden naar interesse van de studenten. Echter wijzen ze daarnaast ook op een ander belangrijk punt: iedereen leert anders, daarom is één perfect onderwijssysteem een illusie. Eigenlijk valt onderwijs niet te standaardiseren, net als de wereld waarop het scholieren moet voorbereiden. Misschien zou educatie synoniem moeten worden voor verandering, voor transformaties, voor inspiratie, voor vertrouwen in de student, voor kritisch denken. Misschien is het tijd om de standaardisatie als iets van de industriële revolutie achter ons te laten.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten