donderdag 27 oktober 2016

Waarom zijn er weinig vrouwen in de politiek?


Ok, deze vraag ga ik niet volledig kunnen beantwoorden. Toch wil ik een poging wagen om op zijn minst in één aspect hiervan te duiken. Ik vind het namelijk belachelijk dat we op één vrouw na geen vrouwelijke politieke lijsttrekkers hebben. 


Waar ik me in dit artikel op ga focussen zijn de verwachtingspatronen die we hebben als het gaat om de manieren waarop mannen en vrouwen communiceren. Om op dit thema in te gaan wil ik kort een hoofdstuk uit het boek Women in Public Administration genaamd “In search of a middle ground: preachy, screechy and angry versus soft sweet and compliant” uit 2011 van Mary E. Guy bespreken. Het hoofdstuk praat onder andere over First Ladies in de V.S., specifiek Michelle Obama en Hillary Clinton, en hoe zij in hun politieke rollen anders behandeld worden dan hun mannelijke tegenspelers, en waar dat door zou komen. 

Guy zegt dat macht, leiderschap en gender zich op drie terreinen afspelen, institutioneel, symbolisch en  individueel. Ik wil nu even focussen op de eerste twee. Institutioneel verwijst naar datgene wat wordt gezien als ‘normaal’ in een bepaalde context. Dus bijvoorbeeld, als een veteraan eerst een functie had waar vanuit hij als veteraan goed kan spreken, is het logisch dat als een vrouw in die positie komt zij eenzelfde soort achtergrond of expertise heeft waar vanuit zij spreekt. Symbolisch verwijst naar de normen die worden gekoppeld aan de acties van een vrouw. Als een vrouw opeens een functie overneemt die traditioneel tot een man behoorde, draagt ze daarmee uit dat ze dezelfde functie kan dragen als een man (andersom zou dat niet zo zijn). Dit overschrijdt beelden van mannelijkheid en wat mannelijkheid inhoudt. Vrouwen vullen daarom dit soort functies vaak wat voorzichtiger en anders in dan mannen om er niet een te groot statement van te maken. Het is daarom niet ongewoon dat sterke vrouwen in machtige posities inspelen op traditionele normen en waarden. Michelle Obama focust bijvoorbeeld in een interview vooral op haar moederlijke kanten en niet het feit dat ze een advocate van Harvard is. In dit interview kiest ze er dus voor om haar rol als moederlijke first lady en steun en toe verlaat van de president te benadrukken, maar niet haar rol als advocate.  Hillary Clinton daarentegen doorbreekt deze traditionele rol (al toen ze first lady was), waar Michelle Obama dat in mindere mate doet:
“Such highly visible women provide crystalline examples of gender roles. Their activities,                   speeches, body langauge, and dress amplify gender differences. By behaving “in role” they                 cement notions about proper behavior for women. By shorting their own strengths, they                       deminish their power while helping their husbands to seem more powerful, more in charge.”
Vrouwen die machtige posities bekleden, dienen die positie niet zodanig te beschouwen of ‘down te playen’. Een machtige vrouw moet vooral niet te veel een bedreiging gaan vormen voor de man in hoge(re) functies.

Van vrouwen wordt nog steeds verwacht dat zij zich volgens bepaalde patronen gedragen. Zo wordt er verwacht dat vrouwen zorgend, empathisch en meegaand zijn. Op het moment dat vrouwen dat niet zijn, maar kritisch zijn, belerend of boos, wordt dat sneller afgedaan als irrationeel gedrag of onbelangrijke onzin dan wanneer mannen dat zijn. Sterker nog, hun hele persoon wordt daar op afgerekend. Dus als een vrouw leidinggevende is, kan dat nog wel eens botsen. In andere woorden, van vrouwen verwacht men dat zij zich anders uiten dan mannen, op het moment dat zij zich uiten zoals traditioneel mannen zich uiten, wordt dat meteen als schokkend ervaren of worden ze minder serieus genomen. Hier gaat uiteraard een geschiedenis aan vooraf waarin mannen grotendeels de discours bepaalden op het gebied van leidinggeven (aangezien zij de enige waren die leiding gaven). Daardoor zijn we niet alleen gewend aan het zien van een man in leidinggevende posities, maar ook aan diens manier van communiceren. Vrouwen krijgen meer voorbeelden van vrouwen in zorg functies dan in leidinggevende posities. Daardoor is het moeilijker om een beeld te krijgen van vrouwelijk leiderschap en of dat wel of niet anders is of moet zijn dan mannelijk leiderschap (daar heb ik het antwoord niet op). 

Het dubbele is alleen dat traditioneel vrouwelijke stemmen van empathie, zorg en sociale meegaandheid niet gewaardeerd worden op eenzelfde manier als traditioneel gezien mannelijke vormen van communiceren, vooral niet in leidinggevende posities, waardoor je het als vrouw eigenlijk nooit goed kunt doen. Als je communiceert als een traditionele man, wordt dat vreemd gevonden en als onvrouwelijk en bitchy. Als je communiceert als een traditionele vrouw, wordt je afgeschilderd als moederlijk en niet capabel als leidinggevende. Daardoor kan het best zo zijn dat het voor vrouwen in de politiek het best wel lastig kan zijn om de juiste toon te vinden in debatten en net zo sterk over te komen als mannen die al een streepje voor hebben, omdat men nou eenmaal gewend is dat mannen hoge politieke functies bekleden. Hoe ben je sterk en machtig als vrouw en hoe kom je af van de stereotypering dat je of te zacht en zorgelijk bent, of te hard en bitchy? En zijn de Nederlandse kiezers en de media wel in staat om een vrouwelijke lijsttrekker gelijke kansen te geven als haar mannelijke collega's als het beeld van een lijsttrekker eerder die van een man is dan van een vrouw? 

Geen opmerkingen :

Een reactie posten