woensdag 2 april 2014

Over politiek correctheid

Nou, dit was het beste plaatje wat ik kon vinden.
via
In navolging van Wilders' "dat gaan we regelen" uitspraak zijn er het afgelopen weekend heel wat artikelen in de krant verschenen die zijn uitspraken en de politieke en maatschappelijke reacties van een afstandje bekijken en evalueren. Zo publiceerde Trouw een interview met academicus Cas Mudde, wiens werk ik heb gelezen voor een werkgroep over radicaal rechts. Hij maakt onder andere de veelgemaakte opmerking dat wat Wilders zegt in principe niets nieuws is, maar in een nieuw jasje is gestoken. Ook een interssant argument was dat, in tegenstelling tot de gevestigde partijen, de PVV als enige partij een duidelijk antwoord heeft op de multiculturele samenleving, of je er nou mee eens bent of niet.

Maar waar ik het vooral over wil hebben is politiek correctheid, en de afkeer tegen dit concept.

In zijn interview vat Mudde kort samen hoe politiek correctheid steeds kritischer werd benaderd na de aanslagen van 11 september, toen islamofobie en xenofobie intrede deed in Europa:
"Voor 2001 was de politieke correctheid in Nederland veel groter dan in andere Europese landen. Nu is Nederland juist veel kritischer. Een partij als de VVD is er niet wars van, denk aan 'In Rotterdam spreken we Nederlands'. De SGP gooit er geregeld wat in. En De Telegraaf bijna dagelijks. We zijn van erg politiek correct doorgeschoten in alles negatief benoemen."
Uit deze analyse zou je dus kunnen opmaken dat, naast het veelgehoorde argument dat politiek correctheid aan de kant is geschoven door het recht van vrijheid van meningsuiting, maar je zou het ook kunnen zien als een herdefiniëring van wat politiek correctheid voor wie politiek correctheid nou eigenlijk bestemd is. Een 'officiele', Nederlandse definitie van politiek correctheid is zo snel niet gevonden, maar de Engelse Wikipedia schrijft: "een term die verwijst naar een taal, ideeën, of een bepaald beleid dat zich richt op het ter sprake brengen van werkelijke of denkbeeldige discriminatie van politieke, sociale, en economisch achtergestelde groepen" (mijn vertaling).

Over wie mag er politiek correct worden gesproken? Na 11 september 2011 konden de woorden 'kut-Marokanen' en 'kopvoddentaks' door zowel centrumpartijen (PvdA) en radicale partijen (PVV) in de mond worden genomen; beweren dat arme mensen verzorgingsstaatparasieten zijn is misschien controversiëler, maar wordt alsnog zonder schaamte door centrumpartijen en opiniemakers gezegd. In mijn ogen heeft politiek correctheid op deze manier te maken met maatschappelijke machtsverhoudingen, en daarmee ook met burgerschap.

Dat de lagere klassen parasieten van de verzorgingsstaat kunnen worden genoemd door politici (voornamelijk hoogopgeleid, welgesteld, blank, en man), is omdat zij zelf in een sterkere machtspositie staan, en zelf geen idee hebben van de positie waarin de beschuldigden zich bevinden. Dat 'kut-Marokkanen' of 'Marokkaans tuig' wordt gedifferentieerd van 'probleemjongeren' brandmerkt Marokkaans-Nederlanders als Anders, een niet-lid van de Nederlandse maatschappij. Het is een beetje als een Belgenmop: ze horen er niet bij, 'wij' voelen ons beter dan hen, dus het grapje kan worden gemaakt. Vinden zij niet leuk, maar wat kunnen zij ons doen? Alleen hebben deze grappen voor Belgen nauwelijks consequenties: het is niet alsof wij serieus verwachten dat Belgen lager scoren op een CITO-toets dan Nederlanders. Marokkaans-Nederlanders worden echter door dit soort opmerkingen gestigmatiseerd; zoals Huistra en Mellink aangeven in hun stuk in de Volkskrant wordt er op deze manier geïmpliceerd dat er een natuurlijk onderscheid is tussen 'hun' en 'onze' cultuur, waarbij 'hun' cultuur onontwikkeld, agressief, en geneigd tot criminaliteit.

Tegelijkertijd is politiek correctheid niet alleen politiek. De bovengenoemde uitlatingen worden namelijk niet alleen gedaan door politici, maar dagelijks door onszelf, de maatschappij. Politiek correctheid wordt weggelachen, zoals Gordon schaterde nadat in Holland's Got Talent hij Xiao Wang gelijkstelde met een 'nummer 39 met rijst'. Hihi, het kan eigenlijk niet, maar wat kunnen zij eraan doen? Zo worden ondergeschikte groepen in hun achtergestelde positie behouden, en wordt ook nog eens even duidelijk gemaakt waarom zij daar horen.

Wat ik hiermee probeer te zeggen is, in de eerste plaats, dat politiek correctheid niet per se als iets politieks zou moeten worden gezien, maar als iets maatschappelijks. Kunnen we het woord niet gewoon vervangen met fatsoenlijke omgangsnormen, in plaats van het weg te schuiven als onzin? Dat we maatschappelijke problemen genuanceerd bespreken, en bekijken of ze wel echt zo veelomvattend zijn, in plaats van kort door de bocht, over één kam scheren?

In dit opzicht heeft politiek incorrectheid hetzelfde probleem als politiek correctheid: het is een glijdende schaal. Wat mag er worden gezegd, en wat mag er niet worden gezegd? Hoewel hier altijd verschillende meningen over zullen blijven bestaan, denk ik dat het belangrijk is naar de achtergestelde groepen moeten luisteren, omdat de politiek (in)correcte opmerkingen hen betreffen. Zowel in het politiek correcte als wel in het politiek incorrecte kamp zullen er altijd wel mensen beledigd zijn omdat de vrijheid van meningsuiting te breed of juist te nauw wordt genomen. We mogen de machtsrelaties die van deze uitlatingen uitgaan niet vergeten; ik denk dat dit de kern is van de wrijving tussen vrijheid van meningsuiting en 'politiek' correctheid.

Hoewel een ommezwaai (een terugkeer zou insinueren dat we dit ooit eens bereikt hadden, maar het weer kwijt zijn geraakt) naar een groeiend bewustzijn van sociaal/politiek correct/fatsoenlijke omgangsnormen, een goede start zou zijn, pakt dit de wortels van het probleem niet geheel aan. En die wortels, in mijn ogen, zijn diep gegrond in een onderontwikkelde politiek-maatschappelijke visie van het multiculturalisme.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten