woensdag 14 mei 2014

Het mannelijk rolmodel

via
Het kwam weer eens in de Volkskrant: het tekort van mannelijke docenten in het basisonderwijs (7 mei). Het CNV onderwijs, de vakbond voor diegenen die in het onderwijs werken, kwam met drie voorstellen om de 'Hij-instroom' in het onderwijs te bevorderen. Het is waar: vrouwen zijn oververtegenwoordigd in het onderwijs: zowel als docent als wel als leerling of student.

Onderwijsinstanties, politiek en media luidde de noodklok: jongens missen rolmodellen voor de klas! Dat jongens achterlopen op meisjes in het onderwijs werd gewijd aan de inhoud van het onderwijs, dat te 'talig' zou zijn voor jongens, maar ook aan de onderwijsmethode van vrouwelijke docenten, die jongens niet lekker laten ravotten in de klas. Zo worden vrouwelijke leraressen stereotiep neergezet, als passief en zachtaardig, die geen idee hebben van de belevingswereld van jongens.

In de eerste instantie ergerde ik me dood aan deze discussie. Vooral stoorde ik me aan het woord 'feminisering' van het onderwijs. Bah, wat heb ik een hekel aan dat concept. Feminisering van het onderwijs, feminisering van de samenleving. Oh nee, de vrouwen nemen over! Het feit dat in andere sectoren mannen oververtegenwoordigd, zoals bijvoorbeeld in lokale en landelijke politiek, zijn wordt maar even terzijde geschoven. Maar deze masculinisering is geen probleem?

Ik vind dit nog steeds, maar ik ben ook feminist, en wel eentje die representatie en rolmodellen hoog in het vaandel houdt. Net zoals meisjes een rolmodel nodig hebben, bijvoorbeeld van vrouwen in leidinggevende of traditioneel "mannelijke" functies, hebben jongens dat natuurlijk ook nodig.



De mannelijke (gym)docent dat werd geïnterviewd voor het eerdergenoemde Volkskrant artikel gaf het al aan: basisschooldocent wordt gezien als iets typisch vrouwelijk, een "verzorgend" beroep. Lekker met kleine kindertjes spelen, wordt er (onbewust) gedacht: dat is nou iets voor vrouwen! Kunnen ze zich goed voorbereiden op de zwangerschap. Ook het advies van CNV (dat in grote lijnen mij trouwens goed in de oren klonk) gaf eenzelfde soort denkbeeld aan: als de pabo-opleiding zou worden gediversifieerd - meer keuzevrijheid - kunnen mannen ervoor kiezen de knutselstage bij de peuters en kleuters over te slaan. Daar zit namelijk niet genoeg "pedagogiek" in, te weinig uitdagend.

Het is debat is dus een voortzetting van de stereotypering en essentialisering van man en vrouw: man is actief en sterk, vrouw is passief en zorgzaam. Onderwijs wordt gegroepeerd bij de zorgzame vrouw, en houdt dus mannen af. Als het onderwijs "mannelijker" zou worden gemaakt, komen de mannen ook wel.

Maar wat nou als we de discussie naar een breder vlak trekken? In plaats van te blijven steken in man-vrouw stereotypes, kunnen deze stereotyperingen ook in twijfel worden getrokken. Dat we kijken naar manieren om deze "natuurlijke" taken doorbreken. Dat het voor mannen prima is om zorgzaam te zijn, om knutselen leuk te vinden, en met kinderen om te gaan. Dit vergt een maatschappelijke discussie, die zich dan doorzet naar het onderwijs. Een lange termijnoplossing dus, maar eentje die waarschijnlijk woorden als "feminisering" niet meer in de mond neemt.

PS: Waar blijft trouwens de discussie over andere vormen van representatie in de klas? Zoals dat van docenten (m/v) van een andere (niet-witte) etniciteit of ras? Of homo- en biseksuelen? Transseksuele docenten? Volgens mij gaat representatie niet alleen om man en vrouw, maar om de verscheidenheid van identiteit die onze samenleving te bieden heeft.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten